De conventionele elektromotor genereert zijn kracht vanuit een draaiende beweging: de rotor en stator zijn in een cirkelvorm geplaatst. De lineaire motor heeft als bewegende component geen rotor, maar een drijfstang. De drijfstang en stator zijn als het ware "uitgerold" en in rechte vorm op elkaar geplaatst. Hierdoor produceert een lineaire motor een koppel in een rechte lijn, en de drijfstang beweegt heen en weer over één as.
Hoe ziet het ontwerp van de lineaire motoren van FAULHABER eruit?
In lineaire motoren motoren kunnen zowel de stator als de rotor fungeren als wikkeling. De permanente magneten werken elk als bijbehorende tegenhanger. In de ontwerpen van FAULHABER bevinden de neodymium permanente magneten zich echter in de drijfstang, terwijl de spoel exclusief als stator werkt. Door dit design kunnen de motoren bijzonder klein worden vormgegeven, en produceren ze een extreem hoog koppel.
De ovale wikkeling van de lineaire motor is zelfdragend en kernloos, zodat er geen restkoppel optreedt. De wikkeling is opgedeeld in drie elektrisch geïsoleerde segmenten en is hol van binnen. De drijfstang beweegt zich door deze vrije ruimte, en de beide componenten zijn gescheiden door een kleine hoeveelheid lucht. In de drijfstang zijn meerdere magneten achter elkaar gelijmd in de vorm van een stang, waarbij de overeenkomende polen elkaar steeds ontmoeten (min-min, plus-plus).
De drijfstang is de enige bewegende component van de lineaire motor. Aan ieder uiteinde van de stator heeft hij een glijlager van slijtvast polymeer zonder smering. Dit ontwerp vormt de basis voor de extreem lange levensduur van de lineaire motoren van FAULHABER. Afhankelijk van het type belasting dat in de toepassing wordt bewogen, kunnen ze miljoenen of zelfs honderden miljoenen cycli uitvoeren.